‘Als en dan’, ‘alle en allen’ en ‘hen en hun’ worden vaak door elkaar gebruikt. Wij gaan ze even langslopen zodat jij op een rijtje hebt hoe je ze correct gebruikt.
Als en dan gebruik je allebei in een vergelijking. Het woord als gebruik je bij een vergelijking als je de woorden ‘even’, ‘net’ of ‘(net) zo’ gebruikt.
Ik ben even oud als Sjoerd.
Vaak gaat het om een vergelijking tussen dingen die gelijk zijn maar dat hoeft niet altijd…
Sjoerd is twee keer zo oud als zijn zusje.
Dan gebruik je als je twee dingen vergelijkt die niet aan elkaar gelijk zijn. Je gebruikt ook dan na ‘anders’, ‘ander’ en ‘andere’.
Ik ben langer dan Sasha.
Ik heb een ander boek gelezen.