Interest

Bijles Bedrijfseconomie HAVO

Welke soorten interest zijn er?

Je hoort het waarschijnlijk best vaak, het woord ‘interest’. Dit is niets anders dan rente en wordt gezien als een vergoeding die je betaalt voor het ontvangen van een bepaald bedrag, ook wel ‘vermogen’ genoemd. Interest wordt vaak gemeten in een percentage. Bijvoorbeeld: een interestpercentage van 4% bij het aangaan van een lening bij de ABN-AMRO. Er bestaan twee soorten interest: enkelvoudige interest en samengestelde interest.

Het toepassen van het beginkapitaal

Bij het toepassen van enkelvoudige interest neem je het interestpercentage over het startbedrag, ook wel het beginkapitaal genoemd, terwijl je bij het toepassen van samengestelde interest het interestpercentage over het startbedrag én de interest neemt. Dit noemt men ook wel ‘interest over interest’. 

We beginnen met het berekenen van de enkelvoudige interest. De interest bereken je met behulp van de volgende formule: K x P x T. Maar waar staan deze letters nou voor? De K staat voor Kapitaal, de P staat voor het Percentage en de T staat voor de Tijd. Laten we dit toepassen op een som. Stel, je leent €100.000,- bij de bank, voor een interestpercentage van 3%. Je leent dit twee jaar. Wat is de interest die je in totaal moet betalen over de twee jaar? Je past de getallen toe in de formule, waardoor je het volgende krijgt: €100.000,- x 0,03 (dit is 3% : 100) x 2 (in jaren) = €6.000,-. De interest is dus €6000,-. In totaal moet je aan het eind van de twee jaar €106.000,- terugbetalen.

De samengestelde interest:

Dan gaan we de iets moeilijkere variant berekenen: de samengestelde interest. Allereerst de formule. Voor het berekenen van het eindbedrag wordt de volgende formule gebruikt: E = C x (1 + i)ⁿ . De E (eindwaarde) willen we berekenen, dus daar vullen we geen getal voor in. De C staat voor Contante waarde. Dit noemt men ook wel het ‘startkapitaal’. De i staat voor ‘perunage’. Een perunage is een percentage : 100. Bijvoorbeeld: het perunage van 50% is 0,05. De kleine letter n staat voor het aantal perioden. We gebruiken het voorbeeld van de enkelvoudige interest. Om de eindwaarde te berekenen vullen we de formule in; E = C x (1 + i)ⁿ. C is hier €100.000, i is hier 0,03 en n is hier 2 (jaar). Je krijgt dan: E = €100.000 x (1 + 0,03)2 = €106.090,-.

Het is duidelijk merkbaar dat je bij samengestelde interest meer interest betaalt. In dit geval is dat €90,-. Dit komt omdat je niet alleen interest betaalt over het startkapitaal, maar ook over de interest van het afgelopen jaar/de afgelopen jaren!