Consumentensurplus
Bijles economie VWO
Hoe ontstaat een consumentensurplus?
Het consumentensurplus ontstaat wanneer mensen (consumenten) bereid zijn om meer te betalen dan de officiële prijs. Vaak is er sprake van een consumentensurplus als de prijs van een product heel erg laag is, de lage prijs zorgt namelijk voor veel vraag. Hoe lager de prijs, hoe hoger de vraag.
Bijvoorbeeld:
- Voor een vliegticket met een prijs van €500 zijn 20 mensen bereid om het vliegticket te kopen
Bij een prijs van €100 zijn 100 mensen bereid om het vliegticket te kopen.
Hoe bereken je het consumentensurplus?
Stel dat de prijs van een vliegticket uiteindelijk €300 wordt dan zullen voor die prijs 50 mensen de vliegtickets kopen. De overige 50 (100-50) zijn niet bereid om €300 te betalen.
Voor de 20 mensen die ook bereid waren om €500 voor een vliegticket te betalen is een prijs van €300 een goede deal. Dit noem je ook wel welvaartswinst, omdat mensen minder geld hoeven te betalen dan dat ze eigenlijk bereid waren om te doen. Als je al deze welvaarts winsten bij elkaar optelt bereken je het consumentensurplus.
Je kunt het consumentensurplus ook uitrekenen met een vraagfunctie
We nemen als voorbeeld de functie voor de vraag naar truien = -2P + 100
Bij een prijs van €25 worden er 50.000 truien verkocht (-2 x 25 + 100 = 50) hoeveelheid is 1000, dus x1000. Het consumentensurplus is het bedrag dat mensen bereid waren om meer te betalen, maar dat nu niet meer hoeven. Bij €50 is er ook al vraag, dus €50 – €25 (de officiële prijs) = €35. Dit kan je uitrekenen met de formule = 0,5 x basis x hoogte
Het antwoord
In dit geval dus 0,5 x 50.000 (aantal producten bij de ingestelde prijs) x €25 (welvaartswinst) = 625.000.
€625.000 is dus het bedrag dat alle consumenten bereid waren om meer te betalen, er is dus €625.000 welvaartswinst.