Les accents

Bijles Frans VWO

Wat zijn accenten en waarom hebben we ze?

In het Frans hebben sommige letters een accent. Dit heeft meestal te maken met de uitspraak van de woorden waar ze in staan. Er zijn zeven soorten Franse accenten die belangrijk zijn bij de uitspraak van woorden:

1. Accent aigu

Een accent aigu zie je alleen boven de letter e: é. Als er een accent aigu bovenop de e staat betekent dit dat je de é moet uitspreken als een lange ‘ee’ in het Nederlands.

J’ai travaillé 

2. Accent grave

Een accent grave vind je bij de a, e en u: à,  è en ù. Bij è wordt de klinker als de ‘e’ van ‘zelf’ uitgesproken. Bij de a en de u verandert de uitspraak niet

l’école, où, à Paris

Tip:  alleen op de ‘e’ kunnen beide accenten voorkomen. De richting van het accent maakt een klankverschil. Luister goed naar hoe je het woord élève uitspreekt.

Let goed op het verschil tussen ‘ou’ en ‘où’. betekent ‘waar’ en ou betekent ‘of’.

            Où aimeriez-vous le plus partir en vacances? Paris ou New York?

Je hebt er nog véél meer!

3. Accent circonflexe

Een accent circumflex kan op elke klinker voorkomen: â, ê, î, ô en û. De klinkers worden op dezelfde manier uitgesproken als de letters zonder dit accent. Het accent voegt eigenlijk niks toe. De toevoeging van dit accent heeft ermee te maken dat er in het Oudfrans de letter s heeft gestaan. Die s in de loop van tijd verdwenen. Om die reden is ook le accent circonflexe niet meer verplicht.

            la bête, l’hôtel, l’âge

Let op! Het accent circonflexe zorgt in enkele gevallen voor een verschil in betekenis. In zo’n geval is het gebruiken van le accent circonflexe wel verplicht.

Denk bijvoorbeeld aan sur wat ‘op’ betekent, en sûr(e) wat zeker betekent.

4. Accent cédille

De letter c kan een cédille krijgen als er achter de c een a, o of u staat: ç. Dan wordt de c als een s uitgesproken.

Comprenez-vous cette leçon?

5. Accent tréma

Een tréma kan voorkomen wanneer twee klinkers naast elkaar staan. Het geeft aan dat de klinkers apart moeten worden uitgesproken. Het kan voorkomen op de e, i of u: ë, ï en ü. Het trema staat op de tweede klinker.

            coïncidence, maïs, Noël