Azië en de Koude Oorlog
Bijles geschiedenis VWO
Waar stond Azië tijdens de tweede wereldoorlog?
Na de Tweede Wereldoorlog was de machtspositie van de westerse koloniale mogendheden in Azië enorm verzwakt. De Sovjet-Unie en de Verenigde Staten steunden de antikoloniale bewegingen vanuit ideologisch en machtspolitiek motief. Toen Mao Zedong in 1949 de Volksrepubliek China uitriep, ontstond er een tweede communistische grootmacht. Hierdoor nam de angst bij de Verenigde Staten toe, dat er een groot communistisch blok gevormd zou worden in Azië. Door middel van de containmentpolitiek (containment politiek hield in dat de Verenigde Staten landen financieel en militair zou steunen waar de vrijheid van inwoners werd bedreigd.) probeerde de Verenigde Staten het communisme terug te dringen. Ook hadden ze het over de dominotheorie; de theorie dat als een land in Azië communistisch zou worden, de rest allemaal zou volgen. Communistische leiders zagen de containmentpolitiek en de dominotheorie als een vorm van Westers imperialisme. In 1950, tijdens de Korea oorlog lukte het het VN-leger om Zuid-Korea buiten de communistische invloedssfeer te houden. Toen in Vietnam de Tonkin-resolutie werd aangenomen door het Amerikaanse congres in 1964 escaleerde het conflict daar volledig. De Tonkin resolutie hield in dat de Amerikaanse president de bevoegdheid kreeg om militair op te treden in Azië zonder een oorlogsverklaring van het Congres. De Vietcong die werd gesteund door China en de Sovjet-Unie werden niet uit de weg geslagen door de grote Amerikaanse troepen en de zware bombardementen. De westerse wereld had enorm veel kritiek op de situatie in Vietnam en vond dat Amerika zich terug moest trekken uit Azië. Toen de Verenigde Staten zich uiteindelijk had teruggetrokken werd heel het land Vietnam communistisch.
Kenmerkende aspecten en belangrijke voorbeelden:
Kenmerkende aspecten:
45) De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
46) De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
48) De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.
Belangrijke voorbeelden:
- Akkoorden van Genève gesloten na de slag bij Dien Bien Phu (1954) ka: 45,46. Frankrijk, de Democratische Republiek Vietnam en Zuid-Vietnam ondertekenen deze akkoorden tijdens de Conferentie van Genève. De belangrijkste besluiten van deze akkoorden waren dat: Vietnam werd verdeeld langs de 17e breedtegraad, er nationale verkiezingen kwamen om Noord en Zuid Vietnam te verenigen. De nationale verkiezingen zijn er onder de druk van de Verenigde Staten alleen nooit gekomen.
- Bezoek Nixon aan China (1972) ka: 45. Nixon ging om bezoek naar China om een diplomatie band te scheppen met China en om zich langzaam terug te trekken uit de Vietnamoorlog.
- Burgeroorlog in Angola tussen MPLA en FNLA (1975) ka: 45,46. Vlak na de onafhankelijkheid breekt er een burgeroorlog uit in Angola. Er is een ideologisch conflict tussen de linkse MPLA en de rechtse FNLA en UNITA. Beide partijen krijgen steun uit het buitenland van landen die hiermee proberen invloed uit te oefenen in Afrika.
Jaartallen:
- 1949: Mao Zedong roept Volksrepubliek China uit.
- 1950: Begin van de Korea-oorlog. Nadat Amerika zich met de oorlog mengt, eindigt in 1953 de Koreaanse Oorlog.
- 1964: Aanname van de Tonkin-resolutie, hierna stuurden de Verenigde Staten groepen naar Zuid-Vietnam, het gevolg hiervan was een escalatie van het oorlogsconflict in Vietnam.
- 1975: Portugal draagt de onafhankelijkheid van Angola over aan de linkse MPLA. Hierna breekt er een burgeroorlog uit in Angola.