Eindexamen Geschiedenis VWO
Bijles geschiedenis VWO
Welke elementen moet je leren voor je eindexamen?
Voor het eindexamen geschiedenis op het VWO is het belangrijk dat leerlingen de kenmerkende aspecten op een algemeen niveau begrijpen en kunnen herkennen, om uitleg te kunnen geven aan de hand van onbekende voorbeelden. Er zijn 49 kenmerkende aspecten die de geschiedenis van tijdvak 1 tot tijdvak 10 beschrijven. Tijdvak 1 t/m 10 zijn eindexamen stof maar het de focus ligt op de verdiepende Historische Contexten. Het eindexamen geschiedenis op het VWO verdiept zich op 4 onderwerpen (historische contexten).
Dit zijn:
- Republiek der 7 verenigde nederlanden 1515-1648
- Duitsland 1871-1945
- Koude Oorlog 1945-1991
- Verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1848
Kenmerkende aspecten en historische contexten
Elke historische context is voorzien van drie of vier leidende vragen die passen bij de kenmerkende aspecten.
Bijvoorbeeld: HC1 Republiek der 7 verenigde nederlanden 1515-1648.
Leidende vraag: waardoor brak er een opstand uit in de Nederlanden, 1515-1572?
De kenmerkende aspecten die hier aan gekoppeld zijn zijn:
- 14) de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
- 17) het begin van staatsvorming en centralisatie
- 21) de protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
Verder is het belangrijk dat leerlingen tijd en chronologie goed begrijpen/kennen (tijdvakken). Ze verschillende oorzaken en gevolgen begrijpen en kunnen beredeneren.
Het belang van interpretatie in een vak zoals geschiedenis begrijpen en standplaatsgebondenheid verklaren. En de leerling moet kunnen werken met verschillende vraagstellingen, en vragen beantwoorden aan de hand van bronnen.
Wat is slim?
Voor het eindexamen zullen we je tips geven over hoe je met bronvragen omgaat, veel uitleg geven over de historische context en vertellen wat slim is om uit je hoofd te leren.