Het eindexamen op het VWO

Bijles wiskunde A VWO

Waaruit bestaat het eindexamen van Wiskunde A op het VWO?

Het is bij wiskunde het allerbelangrijkst om veel te oefenen. Oefen veel oude wiskunde examens zodat je weet wat er van je wordt verwacht. Op het examen willen ze zien dat je echt snapt waar het over gaat. Schrijf daarom zo veel mogelijke tussenstappen op. Heb je je rekenmachine gebruikt? Laat dat dan ook duidelijk zien. Geen punten laten liggen dus!

Het eindexamen van wiskunde op het VWO bestaat uit vier onderdelen:

  • Algebraïsche verbanden
  • Rekenen, Meten en Schatten
  • Meetkunde
  • Informatieverwerking en statistiek

We gaan nu de onderdelen langslopen en kort samenvatten wat jij onder de knie moet hebben voor het eindexamen.

Wat zijn algebraïsche verbanden?

Bij algebraïsche verbanden gaat het om allerlei verschillende verbanden. Denk bijvoorbeeld aan lineaire, exponentiële, omgekeerd evenredige, machts- en wortelverbanden. Je moet de verbanden kennen, herkennen en kunnen gebruiken. Bij dit onderdeel hoort ook het oplossen van vergelijkingen. Ook moet je wat weten over grafieken en formules en met ze kunnen werken.

Rekenen, meten en schatten

Bij het onderdeel rekenen, meten en schatten komen vaardigheden aan bod die jij goed moet beheersen. Zorg dat je weet hoe je je rekenmachine moet gebruiken. Fouten met je rekenmachine maken komt natuurlijk ook vaak genoeg voor en dat is altijd super zonde! Je moet ook zelf handig kunnen rekenen. Kun je goed een schatting maken? Rond je nauwkeurig af? Check of je goed kunt rekenen met breuken, verhoudingen en negatieve getallen.

Meetkunde

Bij meetkunde ga je aan de slag met figuren. Je moet wat over figuren kunnen zeggen en ze kunnen tekenen. Ga bij dit onderdeel na of je hoeken kunt meten, oppervlaktes en inhouden kunt uitrekenen, en weet wat symmetrie inhoudt. Hier zitten ook een paar echt moeilijke onderwerpen bij zoals de Stelling van Pythagoras en goniometrische verhoudingen. Veel oefenen dus!

Informatieverwerking en statistiek

Bij informatieverwerking en statistiek staan tabellen en diagrammen centraal. Zorg ervoor dat je aan de slag kunt met de verschillende diagrammen: het lijndiagram, het staafdiagram, het cirkeldiagram, het steelbladdiagram, het beelddiagram en de boxplot. Centrummaten zijn bij informatieverwerking en statistiek ook zeer belangrijk. Bij dit onderdeel horen ook de onderwerpen systematisch tellen en kans en verwachting.

Tip: zorg ervoor dat je de wetenschappelijk notatie kent en goed eenheden kunt omrekenen. Dit is wel eens het allerlaatste stapje bij een opgave. Het is super zonde om hier punten te laten liggen!