L’adjectif vrouwelijk maken, de uitzonderingen
Bijles Frans HAVO
Op welke manier wordt een adjectief vrouwelijk gemaakt?
Er zijn veel bijvoeglijke naamwoorden waarbij we nog net wat extra regels moeten kennen om ze goed te vervoegen in het Frans. We gaan kijken naar hoe we van zulke woorden van de mannelijke vorm de vrouwelijke vorm moeten maken. Lees snel mee!
We beginnen met de makkelijkste uitzondering. Als een bijvoeglijk naamwoord in de vaste vorm (mannelijk enkelvoud) al op een e eindigt, dan krijgt het bij de vrouwelijke vorm geen extra e.
le pull jaune, la robe jaune, les pulls jaunes, les robes jaunes
Wanneer een bijvoeglijk naamwoord in de vaste vorm op -er eindigt, dan verandert dit in -ère bij de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
le premier jour, la première semaine, les premiers jours, les premières semaines
Wanneer een bijvoeglijk naamwoord in de vaste vorm op een -f eindigt, dan verandert dit in –ve bij de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
le garçon sportif, la fille sportive, les garçons sportifs, les filles sportives
Maar er zijn nog meer uitzonderingen...
Als een bijvoeglijk naamwoord in de vaste vorm op –el, -en, -on, -as, -ais, -(e)il en -os eindigt, dan krijgt de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord een dubbele medeklinker + een extra -e.
un gros chat, une grosse vache, les gros chats, les grosses vaches
un gentil professeur, la gentille grand-mère, les gentils professeurs, les gentilles grand-mères
un garçon italien, une fille italienne, les garçons italiens, les filles italiennes
Als een bijvoeglijk naamwoord in de vaste vorm op -et eindigt, dan verandert dit in -ète bij de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
le père inquiet, la mère inquiète, les pères inquiets, les mères inquiètes
Wanneer een bijvoeglijk naamwoord in de vaste vorm op -c eindigt, dan verandert dit in -que bij de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
un bâtiment public, une piscine publique, les bâtiments publics, les piscines publiques
Soms, als een bijvoeglijk naamwoord in de vaste vorm op -c eindigt, dan verandert dit in -che bij de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
le cheval blanc, la maison blanche, les chevaux blancs, les maisons blanches
Wanneer een bijvoeglijk naamwoord in de vaste vorm op -g eindigt, dan verandert dit in -gue bij de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
le long chemin, la longue rue, les longs chemins, les longues rues
En tot slot de vaste vorm -x
Als laatste, als een bijvoeglijk naamwoord in de vaste vorm op –x eindigt, dan verandert dit in –se bij de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord. Let op! In dit geval komt er geen -s achter het bijvoeglijk naamwoord in de mannelijk meervoudsvorm.
le chien heureux, la vache heureuse, les chiens heureux, les vaches heureuses
le faux sourire, la fausse fourrure, les faux sourires, la fausses fourrures,
un délicieux repas, une délicieuse tarte, des délicieux repas, des délicieuses tartes