Dimensies van Hofstede & Cultuur

Bijles maatschappijleer HAVO

Hoe vormen culturen zich?

Culturen vormen zich omdat groepen mensen op elkaar aangewezen zijn en iets met elkaar (willen) delen. Zij hebben een min of meer gemeenschappelijke leefwijze, die herkenbaar is aan immateriële aspecten als taal, waarden en normen en aan materiële aspecten als kunstobjecten, architectuur, kleding etc.

Cultuur is “het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven”. De dominante cultuur is de cultuur van de groep in de samenleving met een invloedrijke politieke of economische positie. Als de bindingen in een samenleving veranderen kan dat effect hebben op de sociale cohesie. Het kan zelfs leiden tot een conflict tussen een sterke groepsbinding en het onderhouden van banden met anderen buiten de groep, met in- en uitsluiting tot gevolg. Het belang van onderlinge sociale cohesie in een bepaalde groep kan strijdig zijn met het belang van sociale cohesie in de samenleving.

Op welke vijf dimensies kan cultuur worden onderscheiden?

Landen en culturen verschillen qua waarden, normen en opvattingen, bijvoorbeeld in de betekenis die religie heeft in een samenleving. Geert Hofstede onderscheidt vijf dimensies, waarop je culturen van elkaar kunt onderscheiden. Dit zijn de Dimensies van Hofstede.

  • Grote machtsafstand versus kleine machtsafstand; Dit is de mate waarin minder machtige leden van bijvoorbeeld gezin, school of organisaties in een land verwachten en accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is. In landen waar de machtsafstand groot is, is hiërarchie heel belangrijk. De maatschappelijke ladder is daar hoog en met verschillende treden. En dit verschil wordt ook geaccepteerd. Bij een kleine machtsafstand zijn de verschillen heel klein en spreken we van “platte organisaties”. Te grote machtsverschillen worden dan ook niet geaccepteerd.
  • Individualistisch versus collectivistisch; Er is sprake van collectivistische samenlevingen als in een samenleving het groepsbelang belangrijker is dan het individuele belang en individuen vanaf hun geboorte opgenomen worden in sterke, hechte groepen. Van individualistische samenlevingen is er sprake als het belang van het individu uitgaat boven het belang van de groep en de onderlinge banden tussen de individuen los zijn.
  • Masculien versus feminien; De verschillen tussen mannen en vrouwen in hun sociale rollen verschillen tussen landen. Een samenleving is masculien als emotionele sekserollen duidelijk gescheiden zijn en er minder gelijkheid is tussen een man en vrouw. Een samenleving is feminien als er meer gelijkheid is en de rollen meer gelijk zijn.

De vierde en vijfde dimensie:

  • Lage onzekerheidsvermijding versus hoge onzekerheidsvermijding; Dit is de mate waarin de dragers van een cultuur zich bedreigd voelen door onzekere of onbekende situaties. Bij lage onzekerheidsvermijding is er minder angst voor het onbekende en zijn de regels soepeler. Maar bij een hoge onzekerheidsvermijding zorgt angst voor het onbekende voor stress. Door middel van regels proberen ze het dagelijks leven zo voorspelbaar mogelijk te maken. Zo hopen ze stress te voorkomen.
  • Langetermijngerichtheid versus kortetermijngerichtheid; Langetermijngerichtheid staat voor het streven naar beloning in de toekomst, vooral door middel van volharding en spaarzaamheid.
  • Kortetermijngerichtheid verwijst bijvoorbeeld naar deugden als respect voor traditie, het voorkomen van gezichtsverlies, en het voldoen aan sociale verplichtingen .