Redoxreacties opstellen

Bijles Scheikunde HAVO

Waaruit bestaat een redoxvergelijking?

In een redoxreactie reageren altijd een oxidator en een reductor met elkaar. Er ontstaat daarbij altijd een nieuwe oxidator en een nieuwe reductor. Een redoxvergelijking bestaat uit twee halfreacties. Deze reacties zien er als volgt uit:

  • Reductor → reactieproduct + e– , dit noemen we een oxidatie
  • Oxidator + e– → reactieproduct, dit noemen we een reductie

Je kunt veel van de halfreacties vinden in je BiNaS tabel 48.

Het idee achter het opstellen van een redoxreactie is dat je deze reacties bij elkaar voegt, waardoor je één reactie krijgt. Deze reactie komt er dan als volgt uit te zien:

Reductor 1 + oxidator 2 → oxidator 1 + reductor 2

Je moet er hierbij voor zorgen dat het aantal elektronen aan beide kanten van de reactievergelijking gelijk is.

Een stappenplan voor het opstellen van redoxreacties

We hebben voor jullie een stappenplan opgesteld die je kunt gebruiken als je zelf redoxreacties moet opstellen.

  1. Schrijf alle losse reductoren en oxidatoren op
  2. Gebruik tabel 48A om de sterkste reductor en de sterkste oxidator te vinden
  3. Schrijf beide halfreacties op
  4. Tel de twee halfreacties bij elkaar op
  5. Streep alle deeltjes weg die voor en na de pijl hetzelfde zijn. Houd ook eventuele neerslagreacties in de gaten!
  6. Zorg dat de lading aan beide kanten van de pijl hetzelfde is. Elektronen gaan nu eenmaal niet verloren en ze komen ook niet uit het niets tevoorschijn. Je moet dus altijd de twee halfreactievergelijkingen zodanig kloppend maken dat het aantal afgegeven elektronen gelijk is aan het aantal opgenomen elektronen.

We gaan nu naar een voorbeeld kijken. We kijken naar de vorming van NaCl uit Na en Cl2. Na kan elektronen afstaan, het is een reductor en Cl2 kan elektronen opnemen, het is een oxidator.

  1. Na en Cl2
  2. We hebben maar twee stoffen in ons voorbeeld. Na is de sterkste reductor, Cl2 is de sterkste oxidator.
  3. Na → Na+ + e- | x2

Cl2 + 2e- → 2 Cl-

  1. Optellen geeft: 2 Na + Cl2 + 2e- → 2 Na+ + 2 e- + 2 Cl-
  2. 2 Na + Cl2 → 2 Na+ + 2 Cl-

2 Na + Cl2 → 2 NaCl

  1. Lading check… Er is aan beide kanten neutrale lading, het klopt!

Let op!

Let op! Een redoxreactie verloopt niet altijd. Dit gebeurt alleen als de oxidator die reageert sterker is dan de oxidator die ontstaat. De sterkte van de reactievergelijking kun je aflezen in BiNaS tabel 48. Hier staan de sterktes aangegeven als standaardelektrodepotentialen (V0). Je kunt beredeneren of de reactie verloopt op de volgende manier:

De reactie verloopt als: V0 van de reagerende oxidator > V0 van de oxidator die ontstaat.