Aardbevingen

Bijles aardrijkskunde VMBO

Hoe ontstaan aardbevingen?

Om te kunnen begrijpen hoe aardbevingen ontstaan is het belangrijk dat je weet hoe de aarde is opgebouwd. Wij leven op de aardkorst: een harde laag van ongeveer 40 kilometer dik. Daar onder zit een vloeibare substantie: de aardmantel, deze is ongeveer 3000 kilometer dik. Op sommige plekken komt deze vloeibare substantie door de aardkorst naar buiten. Als dat gebeurt noemen we dat een vulkaan.

De aardkorst bestaat uit verschillende tektonische platen die drijven op de aardmantel. Tijdens een aardbeving trilt of schokt de aarde omdat platen plotseling verschuiven doordat er jarenlang veel spanning is opgebouwd. De platen kunnen langs elkaar heen schuiven (transversaal), naar elkaar toe (convergentie) of van elkaar af (divergentie).

Waar begint een aardbeving?

Een aardbeving begint onder de grond in het hypocentrum. Dit is de plek waar de platen gaan bewegen. De plek recht boven het hypocentrum op het aardoppervlak zit het epicentrum. In het epicentrum is de aardbeving het hevigst.

Aardbevingen komen vaak voor op plekken waar platen aan elkaar grenzen. Dit hoeft niet altijd op land te zijn. Platen kunnen ook in zee aan elkaar grenzen. Wanneer een schok in de zee ontstaat noemen we dit een zeebeving. De golven die door een zeebeving veroorzaakt worden noemen we een Tsunami.

Aardbevingen worden gemeten met de schaal van Richter. Het cijfer dat de schaal van richter aan de aardbeving geeft (tussen de 1 en de 9) laat zien hoe sterk de aardbeving was.

Aardbevingen in Nederland

Nederland ligt in het midden van de Euraziatische plaat, dus we zouden in principe niet bang hoeven zijn voor aardbevingen. Toch komen er wel eens aardbevingen voor in Nederland.

Dat heeft twee redenen:

  1. In het zuiden van Nederland komen soms aardbevingen voor door de verschuiving van de aardplaten in de Alpen. Deze aardbevingen hebben meestal een sterkte tussen de twee en vier op de schaal van Richter.
  2. In het noorden van Nederland, vooral in Groningen, komen regelmatig aardbevingen voor die zijn veroorzaakt door gaswinning. Door de gaswinning klinkt de bodem in, daardoor daalt de bodem. Dit gaat soms gepaard met een aardschok of –beving.