Werkloosheid

Bijles economie VMBO

Welke soorten werkloosheid zijn er?

In de economie hebben we vijf verschillende soorten werkloosheid:

  • Conjuncturele werkloosheid: Elk jaar worden we in Nederland een klein beetje rijker, maar dit gaat niet gelijk, vaak gaat het een paar jaar goed en dan een paar jaar wat minder met de economie. Op een moment dat het goed gaat met de economie heet dat een hoogconjunctuur, en als het wat minder gaat met de economie noemen we dat een Als er sprake is van laagconjunctuur gaat het dus niet zo goed met de economie en geven mensen dus minder geld uit, hierdoor ontstaat er werkloosheid. Als er tijdelijk minder vraag naar goederen en diensten is wordt er dus minder verkocht en is er dus minder werk.
  • Structurele werkloosheid: structurele werkloosheid ontstaat door blijvende veranderingen. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld een reorganisatie, waardoor er veel mensen ontslagen moeten worden. Of bij bedrijven waar personeel vervangen wordt door machines.

Welke soorten werkloosheid zijn er nog meer?

  • Seizoenswerkloosheid: Dit betekent dat je in bepaalde seizoenen per jaar werkloos, dit is dus seizoensgerelateerd. Bijvoorbeeld als je een ijswinkel hebt (die is vaak een half jaar open en een half jaar dicht).
  • Regionale werkloosheid: Dit betekent dat er alleen in bepaalde steden of gebieden werkloosheid is. Zo zou in een stad zoals Amsterdam niet snel regionale werkloosheid zijn.
  • Frictiewerkloosheid: Dit betekent dat je tijdelijk even werkloos bent omdat je bijvoorbeeld net van school komt/ net een studie hebt afgerond of net ontslagen bent.

Hoe wordt werkloosheid bestreden?

Hoe je werkloosheid moet bestrijden hangt af van het type werkloosheid. Bij conjuncturele werkloosheid kan de overheid helpen door te zorgen voor een grotere koopkracht. Ze kunnen een hogere koopkracht stimuleren door lagere belastingen of hogere uitkeringen. Door grotere koopkracht geven mensen dus meer uit aan producten, kan er dus meer geproduceerd worden en ontstaan er ook weer nieuwe banen. Bij structurele werkloosheid kan de overheid geld investeren in bedrijven die succesvol exporteren. Als deze bedrijven nog meer gaan exporteren hebben ze meer werknemers nodig en zal de structurele werkloosheid afnemen.