Zinnen ontkennend maken

Bijles Frans VMBO

Hoe maak je een zin ontkennend in het Frans?

Net als in het Nederlands zijn er verschillende woorden die we kunnen gebruiken om zinnen ontkennend te maken. In het Frans heb je om een zin ontkennend te maken, la négation, vaak het woordje ‘ne’ nodig. Kijk eens naar de Franse vertalingen van ontkennende woorden uit het Nederlands.

Niet                 ne … pas

Niemand         ne … personne

Nooit               ne … jamais

 

Zoals je ziet, heb je dus het woordje ‘ne’ en een tweede deel van de ontkenning nodig. Het tweede deel van de ontkenning komt achter de persoonsvorm te staan. Kijk eens naar de volgende zinnen.

            Je ne suis pas allé à l’école aujourd’hui.

                        Ik ben vandaag niet naar school geweest.

            Je n’ai vu personne.

                        Ik heb niemand gezien.

Je ne porte jamais de jupes.

            Ik draag nooit rokjes.

Snap je al een beetje hoe het werkt?

De meest voorkomende ontkennende woorden

Er zijn nog veel meer ontkennende woorden. De volgende woorden zijn de meest voorkomende.

Niet                 ne … pas

Geen              ne … pas de

Niemand         ne … personne

Nooit               ne … jamais

Niet meer       ne … plus

Niets               ne … rien

Nog niet          ne … pas encore

Geen enkele   ne … aucun(e)

Nergens         ne … nulle part

Slechts                       ne … que

Nauwelijks      ne … guère

 

Probeer de volgende zinnen eens ontkennend  te  maken.

  1. J’ai vu quelqu’un courir hier. (Ik zag gister iemand hardlopen.)
  2. Tu as oublié quelque chose. (Je bent iets vergeten.)

Kun je ook de volgende ontkennende zinnen zelf vertalen?

  1. Ik zag geen enkel probleem
  2. Hij is nog niet jarig.
  3. Zij zijn nog nooit in Parijs geweest.
  4. Het kostte slechts tien euro.

 

Antwoorden oefening

 

Antwoorden:

  1. Je n’ai vu personne courir hier
  2. Tu n’as pas oublié quelque chose.

Of: Tu n’as rien oublié.

  1. Je n’ai vu aucun problème.
  2. Ce n’est pas encore son anniversaire.
  3. Ils ne sont jamais allés à Paris.
  4. Ça ne coûte que dix euros