Bezittelijk voornaamwoord
Bijles Duits VWO
Wat houdt het bezittelijk voornaamwoord in?
Het bezittelijk voornaamwoord gebruik je als je wilt zeggen dat iets van iemand is: mijn paard, jouw zusje, je fiets, uwprobleem, zijn hoofd, haar broek, ons huis, etc. Als je een normale zin wilt maken, moet je deze woorden snappen, ook in het Duits. Hieronder vind je een verdere uitleg over het bezittelijk voornaamwoord in het Duits!
Hoe pas je het bezittelijk voornaamwoord toe in het Duits?
Vorige afbeelding.
Volgende afbeelding
NL: | Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Meervoud |
mijn | mein | meine | mein | meine |
jouw | dein | deine | dein | deine |
zijn | sein | seine | sein | seine |
haar | ihr | ihre | ihr | ihre |
ons/onze | unser | unsere | unser | unsere |
jullie | euer | eure | euer | eure |
hun | ihr | ihre | ihr | ihre |
uw | Ihr | Ihre | Ihr | Ihre |
Ein-Gruppe
Je ziet dat deze bezittelijke voornaamwoorden bij de ein-Gruppe horen omdat ze op dezelfde manier vervoegd worden. Als je het ein-schema kent, moet dit dus ook lukken!
Let op het woordje ‘euer’, die is een beetje gek. Je spreekt het uit als [ooijer] en je schrijft euer, niet eur. Het woordje ‘eure’ spreek je uit als [ooijre].
‘Haar’ en ‘hun’ zijn dus allebei ‘ihr’. Maar let wel op dat het verschil tussen ‘haar/hun’ en ‘uw’ in het Duits alleen maar een hoofdletter is. Die hoofdletter is daarom super belangrijk!