Le COD

Bijles Frans VWO

Wat is le cod in het Frans en hoe gebruik je het?

Le COD in het Frans is het lijdend voorwerp in het Nederlands. Je vindt le COD in het Frans op dezelfde manier als je het lijdend voorwerp vindt in het Nederlands. Je stelt jezelf de vraag:

Wie/wat + het gezegde + onderwerp.

Laten we eerst naar een voorbeeld kijken in het Nederlands.

Ik krijg een kitten voor mijn verjaardag.

Het gezegde is ‘krijg’ en het onderwerp is ‘Ik’. We stellen ons dat de vraag: wie/wat krijg ik?

Het antwoord op de vraag is het lijdend voorwerp, ‘een kitten’.

In het Frans gaat dit hetzelfde.

            Je reçois un chaton pour mon anniversaire.

Het gezegde is ‘reçois’ en het onderwerp is ‘Je’. We stellen ons dat de vraag: wie/wat krijg ik?

Het antwoord op de vraag is het lijdend voorwerp, ‘un chaton’.

Makkie dus!

Le cod vervangen door een persoonlijk voornaamwoord

We kunnen het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. Van ‘Lisa feliciteert Sem’ kunnen we natuurlijk ‘Lisa feliciteert hem’ maken. Dit kunnen we ook in het Frans doen. Je moet in het Frans extra goed opletten wanneer je le COD door een persoonlijk voornaamwoord vervangt. In het Frans is er namelijk een heel apart rijtje van persoonlijke voornaamwoorden voor le COD.

Persoonlijk voornaamwoord          Persoonlijk voornaamwoord COD

je                                                                   me

tu                                                                   te

il/elle                                                             le/la

nous                                                               nous

 vous                                                              vous

ils/elles                                                          les/les

Dus: Lisa le félicite.

Als je le COD gaat vervangen door een persoonlijk voornaamwoord moet je letten op het geslacht en getal van het woord. De plaats van het persoonlijk voornaamwoord is ook belangrijk. Het persoonlijk voornaamwoord komt in het Frans namelijk vóór het gezegde.

Let op: begint het gezegde met een klinker (a,e,i,o,u) of een stomme h? Gebruik m’, t’ of l’!

Een paar voorbeelden

Kijk maar naar de voorbeelden hieronder.

  1. Ik geef een cadeau aan mijn moeder.

Je donne un cadeau à ma mère

Ik geef het aan mijn moeder.

Je le donne à ma mère

  1. Lisa koopt schoolboeken.

Lisa achète des livres scolaires.

Lisa koopt ze.

Lisa les achète.

  1. Ik koop een schrift.

J’achète un cahier.

Ik koop het.

Je l’achète.

  1. Ik zoek mijn broer.

Je cherche mon frère.

Ik zoek hem.

Je le cherche.

  1. Ik zoek mijn zus.

Je cherche ma sœur.

Ik zoek haar.

Je la cherche.

Tip: kijk ook naar onze uitleg over de COI, het meewerkend voorwerp in het Frans. Het is belangrijk dat je de COD en COI uit elkaar kunt houden en de rijtjes voor de bijbehorende persoonlijke voornaamwoorden van elkaar kunt onderscheiden