Le futur simple
Bijles Frans VMBO
Le futur simple, wat is dat eigenlijk?
In het Frans zijn er twee vormen van le futur: le futur simple en le futur proche. We gaan hier kijken naar le futur simple. Le futur simple is de onvoltooid toekomende tijd. Je gebruikt le futur simple om handelingen te beschrijven die in de toekomst worden uitgevoerd. In het Nederlands ziet de onvoltooid toekomende tijd er zo uit:
Ik zal het aan je uitleggen. Jij zal zien dat het helemaal niet zo moeilijk is.
Le futur simple is makkelijk om zelf te maken. Je moet alleen de uitgangen van avoir in de tegenwoordige tijd weten.
Help! Wat is het rijtje van avior ook alweer?
j’ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Plak de uitgang van avoir achter het werkwoord
Om de futur simple te vormen schrijf je het hele werkwoord gewoon over en plak je de uitgang van avoir erachter. We nemen changer als voorbeeld. Dat ziet er dan zo uit:
je changerai ik zal veranderen
tu changeras jij zal veranderen
il/elle/on changera hij zal veranderen
nous changerez wij zullen veranderen
vous changerons jullie zullen veranderen
ils/elles changeront zij zullen veranderen
De uitgangen van avoir zetten we ook achter werkwoorden die eindigen op -ir en -oir.
Laten we eens kijken naar choisir.
je choisirai
tu choisiras
il/elle/on choisira
nous choisirons
vous choisirez
ils/elles choisiront
Bij werkwoorden die eindigen op -re haal je de laatste -e weg en plak je de avoir uitgangen eraan vast. Kijk maar naar het werkwoord rendre. We halen eerst -e van het hele werkwoord af.
je rendrais
tu rendras
illes/elles/ont rendra
nous rendrons
vous rendrez
ils/elles rendront
Onregelmatige werkwoorden
Let op! Er zijn veel onregelmatige werkwoorden waarbij de stam verandert. De uitgangen van avoir moet je wel altijd gebruiken. Neem de werkwoorden hieronder goed door. Die hebben allemaal een andere stam in le futur simple.
être je serai
avoir j’aurai
devoir je devrai
savoir je saurai
aller j ‘irai
faire je ferai
cueillir je cueillerai
recevoir je recevrai
vouloir je voudrai
tenir / venir je tiendrai / je viendrai
accueillir j’accueillerai
pouvoir je pourrai
voir je verrai
courir je courrai
mourir je mourrai
envoyer j’enverrai
Wil je weten hoe je werkwoorden in le futur proche, de onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd, vervoegt? Check onze uitleg!