Machtsverhoudingen
Bijles maatschappijleer VWO
Waar worden staten door gekenmerkt?
De wereld bestaat uit allemaal verschillende staten. Vroeger waren er allemaal andere vormen van politieke samenwerking. Staten kenmerken zich door:
- Interne soevereiniteit: de bevolking accepteert de macht van de overheid.
- Externe soevereiniteit: andere landen erkennen het gezag van de overheid
- Geweld- en belastingmonopolie: alleen de overheid mag geweld gebruiken en belasting vragen.
Tegelijk met het ontstaan van de eerste min of meer moderne staten, ontstond ook het statensysteem. Het statensysteem is de regeling van de onderlinge verhoudingen tussen staten. Binnen het statensysteem heerst het non-interventiebeginsel. Andere landen mogen zich niet bemoeien met binnenlandse zaken.
Hoe verschuiven mondiale machtsverhoudingen?
Mondiale machtsverhoudingen verschuiven. Dit komt door opkomende economieën die de machtspositie van de VS en Europa doen veranderen. Door het veranderen van die machtsverhoudingen, ontstaan er ook fragiele staten. Fragiele staten hebben hun geweldsmonopolie verloren en kunnen niet meer de vrijheid van hun burgers garanderen. Door globalisering ontstaan fragiele staten niet alleen door interne processen, maar ook door invloed van buitenaf. Staten worden dan beïnvloed door groepen of bewegingen die internationaal opereren, zoals bijvoorbeeld terroristen en criminelen. Bovendien zijn fragiele staten vaak slachtoffer van internationale migratiestromen en kapitalisme. Sterke staten hebben de middelen om de bevolking tegen deze invloeden te beschermen.
Een fragiele staat: heeft niet genoeg middelen om zijn grondgebied te beheersen(geen geweldsmonopolie). Zo’n staat kan daardoor:
- Niet de rechtsorde handhaven en
- geen openbare diensten leveren of ondersteunen(onderwijs, zorg, infrastructuur)
Globalisering
Voor bedrijven heeft globalisering ervoor gezorgd dat hun machtspositie is bevorderd in de wereldpolitiek en economie. Naast bedrijven, hebben ook niet-gouvernementele organisaties(Rode Kruis) en intergouvernementele organisaties(VN) meer invloed. Deze veranderingen hebben ervoor gezorgd dat deze zogeheten “nieuwe” spelers heel veel invloed hebben en zo nodig zijn voor sommige staten voor bijvoorbeeld hun werkgelegenheid en hun bijdrage aan de economie.
Het einde van de Koude Oorlog hield in dat de vijandige tegenstelling tussen de communistische Sovjet-Unie en bondgenoten en de kapitalistische Verenigde Staten en bondgenoten, verdween. In combinatie met de revolutionaire ontwikkelingen in de communicatietechnologie leek de wereld vervolgens in hoog tempo af te stevenen op een wereldwijde hegemonie van de westerse cultuur. Maar er ontstonden nieuwe tegenstellingen in de wereld:
- moderniteit versus traditie
- globalisering versus nationalisme
In veel staten is er nu een discussie of internationale samenwerking en immigratie voorrang krijgt of dat het nationale belang voorrang moet krijgen.
Door deze tegenstellingen zijn er twee onderliggende manieren ontstaan om te kijken naar verschillen in cultuur: het cultuur universalisme en het cultuurrelativisme.
Volgens het cultuur universalisme moet er een set waarden en normen zijn binnen elke cultuur. Op basis daarvan kan je culturen vergelijken. Cultuurrelativisten vinden juist dat elke cultuur uniek is en daarom zijn ze onvergelijkbaar.