Het eindexamen op het VWO
Bijles wiskunde B VWO
Waaruit bestaat het eindexamen wiskunde B op het VWO?
Het examenprogramma bestaat uit verschillende domeinen: Domein A, Vaardigheden, Domein B Formules, functies en grafieken, Domein C Differentiaal- en integraalrekening, Domein D Goniometrische functies, Domein E Meetkunde met coördinaten en Domein F Keuzeonderwerpen.
Bij het domein formules, functies en grafieken ben je bezig met formules interpreteren en bewerken, grafieken tekenen en herkennen, functievoorschriften opstellen, bewerken, combineren en de bijbehorende grafieken tekenen. Daarnaast moet je in staat zijn de inverse functie van een grafiek op te stellen en te gebruiken en limieten en asymptoten van grafieken te bepalen.
Het eindexamen wiskunde B VWO bestaat uit 6 verschillende domeinen.
Het domein differentiaal- en integraalrekening bestaat uit verschillende onderdelen. Het is bij dit domein van belang dat je de eerste en tweede afgeleiden van een functie kan interpreteren en opstellen. Daarnaast moet je een integraal van een functie kunnen opstellen.
Bij goniometrische functies moet je periodieke verschijnselen formules opstellen en bewerken.
Het domein meetkunde met coördinaten bestaat uit eigenschappen en liggingen van punten, cirkels lijnen en andere figuren. Snijpunten van lijnen en cirkels moet je bijvoorbeeld kunnen berekenen.
Wat is belangrijk om te weten voor het examen wiskunde B?
Tijdens je examen is het belangrijk dat je de vaardigheden van domein A kan toepassen in de andere domeinen. Vaardigheden zoals passende wiskundige denkactiviteiten, waaronder modelleren en algebraïseren, ordenen en structureren, analytisch denken en probleemoplossen, formules manipuleren, abstraheren, en logisch redeneren en bewijzen – en kan daarbij ICT functioneel gebruiken.
Om je goed voor te bereiden voor het examen is het dus belangrijk dat je deze vaardigheden snapt.