Wortel functie
Bijles wiskunde B VWO
Welke vorm kan een wortelfunctie bevatten?
Een wortelfunctie heeft de vorm:
en de grafiek heeft de vorm van een halve parabool. Het getal onder de wortel is altijd groter of gelijk aan 0.
Een wortelfunctie heeft een randpunt in de top, namelijk een raaklijn in de top die verticaal loopt. Het oplossen van een wortelvergelijking kun je in 3 stappen doen: isoleren, kwadrateren en controleren.
Voorbeeld over een wortelfunctie
Stap 1: Isoleren
Bij het isoleren van een wortelvergelijking zorg je ervoor dat de wortel aan een kant van het = teken staat en andere getallen aan de andere kant.
Stap 2: Wortel wegwerken
Om een wortelfunctie op te lossen moet je eerst de wortel uit de functie krijgen. Dit kan je in dit geval doen door beide kanten van de functie vermenigvuldigen met de wortel.
Stap 3: Vergelijking op 0 stellen
De vergelijking is op te lossen door de vergelijking op 0 stellen.
Stap 4 en 5 van het stappenplan:
Stap 4: Ontbinden in factoren
Ontbinden in factoren houdt in dat als een product de waarde 0 heeft, minstens een van de factoren 0 moet zijn. Dit kun je gebruiken om een vergelijking op te lossen.
Bij moet a X b = 6 en a + b = -7 zijn, dus a=1 en b=6. dus de formule is ook wel te schrijven als (x-1)(x-6)=0
Dus: x=6 of x=1
Stap 5: Controleren
Vul de gevonden x-waarden in in de formule en controleer de uitkomst.