Demografisch transitiemodel
Bijles aardrijkskunde HAVO
Wat is het demografische transitiemodel?
Het demografische transitiemodel geeft het verloop van geboorte- en sterftecijfers weer. Door economische ontwikkelingen dalen de geboorte- en sterftecijfers van een land aanzienlijk. We lopen de fases van deze transitie met jullie door.
Welke fasen zijn er?
Fase 1: De pre-transitie
In deze fase zijn geboorte- en sterftecijfers allebei hoog; er is sprake van marginale groei van de bevolking.
Transitie
De transitie wordt gestimuleerd door economische ontwikkeling: vanaf industriële revolutie.
Fase 2: Transitie A
Sterftecijfers dalen, maar het geboortecijfer blijft hetzelfde; de bevolkingsgroei neemt toe. De sterftecijfers zijn gedaald als gevolg van verbeterde hygiëne en zorg.
Fase 3: 2e Transitie B
In deze fase dalen ook de geboortecijfers; hierdoor wordt de bevolkingsgroei iets afgeremd, maar er vindt nog wel groei plaats. Het dalende geboortecijfer is te wijten aan dat men minder kinderen nodig heeft doordat het sterftecijfer is gedaald en doordat de welvaart is toegenomen. Wanneer welvaart toeneemt dan dalen de geboortecijfers in een land.
De laatste twee fases
Fase 4: Post-transitie
Geboorte- en sterftecijfers nemen dezelfde waarden aan; de groei van de bevolking is minimaal in deze fase. De grootte van de bevolking is dus redelijk stabiel in deze fase.
Fase 5: Post Modern
In deze fase is het sterftecijfer hoger dan het geboortecijfer, de bevolkingsomvang neemt dus af in deze fase. Welvarende landen zoals Japan bevinden zich in deze fase, waarin de bevolking aan het krimpen is.