Geslachtskenmerken en voortplantingsorganen
Bijles Biologie VMBO
De primaire geslachtskenmerken
De geslachtskenmerken zijn de verschillen tussen jongens en meisjes. De primaire geslachtskenmerken zijn al aanwezig op het moment dat baby’s worden geboren. Een meisje wordt geboren met een vagina met schaamlippen. Een jongen wordt geboren met een penis en een balzak.
In de puberteit beginnen de teelballen van jongens spermacellen te produceren en beginnen meisjes te menstrueren. In de puberteit worden andere verschillen tussen jongens en meisjes zichtbaar. Aan het begin van de puberteit gaat de hypofyse in de hersenen de ontwikkeling van de teelballen en eierstokken stimuleren. Daardoor gaan de teelballen en eierstokken geslachtshormonen produceren. Die zorgen ervoor dat de secundaire geslachtskenmerken zich gaan ontwikkelen.
De secundaire geslachtskenmerken
Meisjes krijgen rondere lichaamsvormen, bredere heupen, borsten, haargroei bij de schaamstreek en oksels. Jongens krijgen ook haar op nieuwe plekken zoals in het gezicht, een zwaardere stem en meer spieren.
We gaan nu naar de voortplantingsorganen kijken. We gaan eerst naar die van de vrouw kijken. Voor voortplanting zijn eicellen nodig. Die eicellen zitten in de eierstokken opgeslagen. De eierstokken monden uit in de eileiders. Eens per maand wordt er een eicel afgegeven aan de eileiders. De eileiders transporteren de eicel naar de baarmoeder. De wand van de baarmoeder is bedekt met slijmvlies. Als de eicel bevrucht wordt is dit waar de eicel zich gaat nestelen. Als de eicel niet bevrucht wordt, wordt het slijmvlies deels afgevoerd tijdens de menstruatie: de vrouw is dan ongesteld.
Spermacellen
We gaan nu naar de man kijken. Voor voortplanting zijn spermacellen nodig. Spermacellen worden in de teelballen gemaakt. De teelballen zitten in de balzak. In de balzak zitten ook de bijballen waar spermacellen worden opgeslagen. De zaadleiders zorgen ervoor dat de spermacellen van de bijballen naar de prostaat lopen. Er wordt op twee plekken vocht toegevoegd aan de spermacellen. Ze worden eerst actief (bewegend) gemaakt door de zaadblaasjes. De prostaat voegt ook weer vocht toe. Dit vocht bevat voedingsstoffen voor de spermacellen. De penis brengt dan de spermacellen in bij de vrouw. Als er niet van voorbehoedsmiddelen gebruik wordt gemaakt kan de eicel bevrucht worden en kan de vrouw zwanger worden.