Het centrale zenuwstelsel

Bijles Biologie VMBO

Het zenuwstelsel

Het zenuwstelsel bestaat uit twee onderdelen: het centrale zenuwstelsel en de zenuwen. Wij gaan nu kijken naar het centrale zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel doet grofweg drie dingen. Het ontvangt de prikkels vanuit de zenuwen. Het verwerkt ook die prikkels. Als laatste gebruikt je centrale zenuwstelsel de verwerkte informatie om je spieren en organen aan te sturen.

De hersenen en de ruggenmerg

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Je hersenen zorgen voor je bewustzijn, je geheugen en dat je ingewikkelde handelingen kunt verrichten. Je hersenen bestaan uit drie onderdelen. De grote hersenen zorgen voor jouw bewustzijn en het waarnemen van prikkels. Ze zorgen er ook voor dat je kunt reageren op die prikkels. De grote hersenen bevatten namelijk de bewegingscentra waar impulsen voor bewuste bewegingen worden gevormd. De kleine hersenen zorgen ervoor dat je die bewegingen kunt coördineren. De hersenstam verbindt de grote hersenen met het ruggenmerg. De hersenstam regelt ook allemaal dingen die je zelf niet bewust regelt zoals je ademhaling, je hartslag en je bloeddruk.

Impuls geleider

Het ruggenmerg geleidt de impulsen vanuit de gevoelszenuwen naar de hersenen. Ze geleiden ook impulsen vanuit de hersenen weer naar andere delen van het lichaam. Het ruggenmerg is heel kwetsbaar en wordt goed beschermd door de ruggenwervels. Het ruggenmerg is niet alleen een transportband. Als je lichaam gebruik maakt van een reflex lopen de impulsen niet eerst naar de hersenen en dan weer terug naar het lichaam. Ze gaan alleen naar het ruggenmerg en terug. Het ruggenmerg kan dus onafhankelijk van de hersenen impulsen verwerken bij een reflex. Het ruggenmerg zorgt ervoor dat je je hand heel snel wegtrekt als je je ergens aan brandt.