Zenuwen
Bijles Biologie VMBO
Met je zenuwstelsel neem je prikkels waar
Met je zenuwstelsel neem je prikkels waar. Daarnaast doet je zenuwstelsel ook wat met die prikkels. Het regelt wat we doen. Hoe je lichaam die prikkels verwerkt en hoe het zenuwstelsel eruit ziet gaan wij nu aan je uitleggen.
Je lichaam krijgt dus prikkels binnen. Een prikkel is een verandering in je lichaam of in je omgeving. Prikkels worden omgezet naar impulsen. Impulsen zijn kleine elektrische signaaltjes die door het zenuwstelsel lopen. Impulsen van prikkels gaan allemaal naar de hersenen toe waar ze verwerkt worden. Je hersenen bepalen dan wat je gaat doen.
Als je bijvoorbeeld het water onder de douche te warm vindt, neemt je lichaam die warmte waar. Dan wordt die waarneming omgezet naar een impuls en gaat die impuls naar je hersenen. Dan besluiten je hersenen wat ze met die impuls willen gaan doen. Ze sturen dan een impuls terug naar je handen zodat je het water kouder kan draaien.
3 soorten zenuwcellen
Het zenuwstelsel bestaat uit twee onderdelen: het centrale zenuwstelsel en de zenuwen. We gaan nu kijken naar de zenuwen. Zenuwen bestaan uit drie soorten zenuwcellen. Zenuwcellen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen. Een gevoelszenuwcel zorgt ervoor dat impulsen van de zintuigen naar het centrale zenuwstelsel gaan. In een gevoelszenuw liggen dan veel lange uitlopers van gevoelszenuwcellen. Een schakelcel zorgt ervoor dat de impulsen van de ene naar de andere zenuwcel gaan binnen het centrale zenuwstelsel.
Een bewegingszenuwcel doet het tegenovergestelde van een gevoelszenuwcel. Een bewegingszenuwcel geleidt de impulsen van het centrale zenuwstelsel naar je spieren. In een bewegingszenuw liggen uitlopers van bewegingszenuwen. Er bestaan ook gemengde zenuwen. Die bevatten uitlopers van zowel gevoels- als bewegingszenuwcellen. In zulke zenuwen gaan impulsen dus beide kanten op.
Reflexen
We gaan het tot slot nog even hebben over reflexen. Een reflex is een hele snelle, vaak onbewuste handeling die je lichaam verricht. Het is een reactie op een prikkel. Bij een reflex lopen de impulsen niet eerst naar de hersenen en dan naar het lichaam maar ze gaan. Ze komen alleen in het ruggenmerg (en soms hersenstam). Daardoor kun je heel erg snel op je omgeving reageren. De afgelegde weg van de impuls is namelijk een stukje korter. Omdat je zo snel reageert heb je eigenlijk niet eens bewust de handeling verricht. Denk aan je hand meteen weg trekken als je je ergens aan verbrandt.