Consumentengedrag en behoeften
Bijles economie VMBO
Wat is consumentengedrag?
Hoe jij je als consument gedraagt (als koper/klant/huurder, iemand die geld uitgeeft dus), noemen we jouw consumentengedrag. Als je iets koopt dan vervul je behoeftes. Er zijn twee soorten behoeftes, namelijk primair en secundair. Primaire behoeften zijn zaken waar je niet zonder kunt, voorbeelden hiervan zijn: eten en drinken, kleding, onderdak, onderwijs en medische zorg (als je hier niet zelf aan kunt komen (niet kunt werken), helpt de overheid van Nederland jou hierbij, bijvoorbeeld met huurtoeslag of een uitkering)
Secundaire behoeften zijn dingen waar je eigenlijk wel zonder zou kunnen, voorbeelden hiervan zijn een telefoon, televisie en een (dure) auto. Het zijn geen dingen die van levensbelang zijn.
Meer behoeftes dan middelen
Vaak hebben mensen meer behoeftes dan de middelen om dit allemaal uit te laten komen. Dit betekent dat je altijd meer dingen zou willen dan die je eigenlijk kan betalen. Mensen willen altijd een nieuwere telefoon, nog vaker,langer en verder op vakantie, die nieuwere auto en nieuwe kleren. Omdat je waarschijnlijk niet altijd alles kan betalen (dus niet en die ferrari en een nieuwe telefoon) moet je prioriteiten stellen. Je zet dus dingen op volgorde van belangrijkheid, zo kan een nieuw huis bijvoorbeeld jouw prioriteit zijn in plaats van een vakantie.
Wat zijn schaarse producten?
Belangrijk om te weten is dat sommige producten schaars zijn, dit betekent dat er weinig van is en dat het hierdoor een keer op kan raken (je hebt dingen nodig om het te maken, en die benodigheden kunnen opraken). Hoe schaarser iets is, hoe duurder de prijs meestal ook is. Bijvoorbeeld bij een speciale auto, een limited edition waar er maar een paar van worden gemaakt. Deze auto’s zijn duurder dan normale auto’s waar er miljoenen van zijn (dit heeft te maken met vraag en aanbod).
Er zijn ook mensen die geld besparen door bijvoorbeeld zelf groente en fruit te gaan verbouwen, dit noemen we zelfvoorziening.
Jouw consumentengedrag (dus of je iets koopt of niet) heeft te maken met:
- Leeftijd
- Inkomen
- Sociale beïnvloeding (vrienden/familie)
- Commerciële beïnvloeding (reclame / mensen die geld aan jou willen verdienen).