Import en export
Bijles economie VMBO
Wat betekent import en export?
Elke dag handelt Nederland met het buitenland. Als wij iets van het buitenland naar Nederland halen noemen we dit import. En als we iets aan het buitenland verkopen noemen we dit export. Zo importeren wij bijvoorbeeld veel groente en fruit (denk aan alle dingen die niet in Nederland groeien) maar ook veel elektronica en bijvoorbeeld kleding. Nederland exporteert heel veel zuivel (kaas, melk) bloemen en bier (heineken!).
Vaak importeren landen omdat het veel goedkoper is. Zo zijn veel producten veel goedkoper omdat de lonen in het buitenland veel lager zijn en daarom de productiekosten (de kosten om een product te maken) ook lager zijn. Maar we importeren ook omdat de kwaliteit uit het buitenland soms beter is, zo kan bijvoorbeeld tropisch fruit veel beter in het buitenland groeien dan in Nederland. En ook omdat bepaalde producten helemaal niet in Nederland groeien zoals bijvoorbeeld rijst.
De nadelen van import
Importeren heeft ook een paar nadelen. Zo is het natuurlijk jammer dat als we importeren, we eigenlijk Nederlands geld aan het buitenland geven. Als we veel van het buitenland importeren kan dit ten koste gaan van de werkgelegenheid in Nederland.
Import en export is bijna nooit precies in balans, of we importeren meer of we exporteren meer. Het is nooit precies even veel geld. De verhouding tussen import en export heet de betalingsbalans. Als er meer import is dan export, ontstaat er een tekort op de betalingsbalans. Als je importeert dan koop je ⇒ dit kost dus geld, en exporteren dan verkoop je en ⇒ ontvang je dus geld. Als je meer importeert dan koop je dus meer, en geef je dus meer geld weg dan dat je terug krijgt.
Importeren of exporteren wij meer?
Je zou denken dat Nederland meer importeert dan exporteert, en dus een tekort heeft op de betalingsbalans, maar Nederland heeft vaak juist een overschot op de betalingsbalans. Wij exporteren meer dan dat we importeren.