Grote politieke kwesties aan het einde van de 19e en begin van de 20e eeuw

Bijles geschiedenis VMBO

Wat is de Luxemburgse kwestie?

Tussen 1866-1867 komen Koning Willem II en zijn ministers meerdere keren in botsing met de Tweede Kamer. Deze gebeurtenis wordt ook wel de Luxemburg kwestie genoemd.

Uitleg luxemburgse kwestie in het kort = zorgt er uiteindelijk voor dat een kabinet niet kan blijven regeren als de meerderheid van de Tweede Kamer daar tegen is.

Na jarenlange botsingen tussen het parlement en de regering wordt het duidelijk dat het kabinet alleen in de Tweede Kamer kan blijven zitten als het steun van de meerderheid van de Kamer heeft. Willem II begrijpt dit en moet zich hierbij neerleggen. Na de Luxemburg kwestie kan Nederland na de grondwetsherziening echt een ‘constitutionele monarchie met een parlementair stelsel worden genoemd’.

Welke belangrijke politieke kwesties waren er?

Aan het begin van de 19e en het begin van de 20e eeuw waren er een paar belangrijke politieke kwesties. Deze kwesties waren:

  • de Schoolstrijd: deze kwestie ging over de financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Protestanten en katholieken willen dat de overheid hun scholen evenveel geld geeft als openbare scholen.
  • Sociale kwestie: Deze discussie gaat over de rol van de overheid. Moet er meer of minder bemoeienis van de overheid en wel of geen uitbreiding van de sociale wetgeving?
  • Kiesstrijd: socialisten en confessionelen streven naar uitbreiding van het kiesrecht voor mannen. Feministen willen kiesrecht voor vrouwen.

Naar een verzuilde samenleving

In deze discussies werden de meningsverschillen tussen protestanten, katholieken, socialisten en liberalen alleen maar groter. Hierdoor werd Nederland steeds meer een verzuilde samenleving. Dit houdt in dat de maatschappij is opgedeeld in verenigingen en organisaties naar levensovertuiging.