Soorten moleculen: moleculaire stoffen, metalen, zouten
Bijles NaSk VMBO
Wat is een molecuul?
Een molecuul is niet hetzelfde als een atoom. De atomen vormen de bouwstenen van een molecuul. Laten we kijken naar het molecuul CO2 (koolstofdioxide). Dit is een molecuul, dat opgebouwd is uit één koolstofatoom en twee zuurstofatomen. Het gaat hier dus om één molecuul dat opgebouwd is uit drie atomen van twee verschillende atoomsoorten (koolstof en zuurstof).
In Binas tabel 99 kun je het periodieke systeem vinden. Hierin staan de verschillende atoomsoorten aangegeven. Van elke atoomsoort kun je in deze tabel terugvinden of het een metaal of niet-metaal is. Dit onderscheid is belangrijk, omdat hierdoor verschillende soorten moleculen kunnen ontstaan.
Moleculaire stoffen, metaal en zout
Een moleculaire stof altijd alleen opgebouwd uit niet-metaalatomen. CO2 is een voorbeeld hiervan. Zowel koolstof als zuurstof zijn niet-metaalatomen.
Een metaal is altijd alleen opgebouwd uit metaalatomen. Een voorbeeld van een metaal is zink, dat alleen uit zinkatomen opgebouwd is.
Een zout is altijd opgebouwd uit een metaalatoom en een niet-metaalatoom. Natriumchloride (NaCl oftewel keukenzout) is hier een voorbeeld van. Natrium is een metaalatoom en chloor is een niet-metaalatoom.
Kort samengevat:
Moleculaire stof: opgebouwd uit alleen niet-metaalatomen
Metalen: opgebouwd uit alleen metaalatomen
Zouten: opgebouwd uit een metaalatoom én een niet-metaalatoom
Voorbeeldvragen:
- Wat voor type stof is water?
Antwoord: moleculaire stof. De chemische notatie van water is H2O. Water is dus opgebouwd uit waterstofatomen en zuurstofatomen. Beide atoomsoorten zijn niet-metalen dus water is een moleculaire stof.
- Wat voor type stof is magnesiumchloride?
Antwoord: zout. Magnesium is een metaalatoom en chloor is een niet-metaalatoom.
- Wat voor type stof is magnesium?
Antwoord: metaal. Magnesium is een metaalatoom.