Zouten: neerslagreacties opstellen
Bijles NaSk VMBO
Welke verschillen in oplosbaarheid zijn er?
Zouten verschillen in oplosbaarheid. Sommige zouten lossen heel goed op in water. Denk bijvoorbeeld aan keukenzout (natriumchloride). Je kunt best veel keukenzout in een glas water oplossen zonder dat er een op de bodem een neerslag ontstaat. Bariumsulfaat daarentegen is een voorbeeld van een zout dat slecht in water oplost. Wanneer je een zeer kleine hoeveelheid van dit zout in een bekerglas met water brengt, zal er al een neerslag ontstaan.
Wanneer ontstaat er neerslag?
Er ontstaat in dit geval een neerslag van calciumcarbonaat. De neerslagvergelijking is:
Ca2+ (aq) + CO32- (aq) → CaCO3 (s)
aq betekent ‘aqua’, wat aangeeft dat de ionen opgelost zijn in water. Wanneer na mengen de calciumionen van de ene oplossing de carbonaationen van de andere oplossing tegenkomen, zullen zij aan elkaar vastbinden en een neerslag vormen.
Voorbeeldvraag:
Je voegt een oplossing van zinkfluoride bij een oplossing van magnesiumsulfaat. Geef de neerslagvergelijking.
Antwoord: Mg2+ (aq) + 2 F– (aq)
→ MgF2 (s)
Uitwerking voorbeeldvraag: