Diagrammen
Bijles Wiskunde A VMBO
De cirkeldiagram
Er zijn verschillende manieren om informatie weer te geven. We gaan nu samen kijken naar vier verschillende diagrammen waarmee informatie wordt weergegeven: een cirkeldiagram, een lijndiagram, een steelbladdiagram en een staafdiagram.
Een cirkeldiagram is verdeeld in sectoren. Met een cirkeldiagram kun je verhoudingen van aantallen weergeven. Kijk maar naar het voorbeeld. Je ziet vier sectoren, vier vakantiebestemmingen. Je ziet ook de hoeveel leerlingen er afgelopen zomer naar elk land zijn geweest. De meeste leerlingen zijn in Italië geweest bijvoorbeeld. De verhoudingen van de hoeveelheden (aantallen) leerlingen is ook zichtbaar.
Zo’n sector heeft een hoek, de middelpuntshoek. Wil je de hoek uitrekenen? Dan reken je uit hoe groot de percentage de sector is van de cirkel. Dat getal vermenigvuldig je met 360 graden.
De steelbladdiagram
Een steelbladdiagram kom je iets minder vaak tegen dan de andere diagrammen. Het wordt gebruikt om een aantal waarnemingen op een overzichtelijke manier weer te geven. De steel van een steelbladdiagram is de hoofdverdeling van de waarneming. De bladeren geven de fijnere details weer. Dit klinkt een beetje vaag he? We gaan snel naar een voorbeeld kijken.
Stel, jij en je vrienden noemen allen jullie lievelingsgetal op. De resultaten geven we als volgt in het steelbladdiagram weer:
Links van de verticale streep is de steel en rechts zijn de bladeren. De steel geeft de hoofdverdeling weer, in ons geval zijn dat de tientallen. Op de bladeren staan de eenheden. De bladeren vertellen ons hoeveel waarnemingen er zijn. In ons voorbeelddiagram zijn er 12 bladeren, er zijn dus 12 waarnemingen. De geluksgetallen zijn dus (uit het diagram afgelezen): 11, 17, 18, 22, 27, 29, 64, 68, 88, 91, 98 en 99.
Let op! De getallen op de bladeren staan altijd van klein naar groot.
De lijndiagram en de staafdiagram
Een lijndiagram geeft het verloop van iets weer gedurende een bepaalde tijdsperiode. Op de horizontale as staat dan ook de tijd. Op de verticale as staat het aantal. Aantallen op een bepaald tijdstip geef je weer met een punt in de grafiek. Die punten verbind je om een lijn te krijgen!
Staafdiagrammen gebruik je om de frequentie van waarnemingen weer te geven. Zoals de naam al doet verklappen bestaat een staafdiagram uit staven. De horizontale geeft de verschillende waarnemingen weer. De verticale as geeft de frequentie van de waarnemingen weer. De staven zijn allemaal even breed. De hoogte van een staaf geeft dus het aantal keer dat een waarneming voorkomt aan.