Het eindexamen Nederlands HAVO
Bijles Nederlands HAVO
Wat houdt het eindexamen Nederlands HAVO in?
Op het HAVO ga je tijdens het eindexamen aan de slag met twee onderdelen, namelijk leesvaardigheid en argumentatieve vaardigheden. Als je veel oefent en weet hoe de teksten in elkaar zitten zul je zien dat je sneller de teksten kunt lezen en makkelijker de vragen kunt beantwoorden. Naast het oefenen van oude eindexamens is raden wij je ook aan om af en toe de krant open te slaan of een andere moeilijke tekst te lezen. Dit kan zeker gaan over dingen die jij leuk vindt en je bent meteen je woordenschat aan het verbreden!
Het is super belangrijk dat je signaalwoorden kunt herkennen en weet wat voor verbanden ze aangeven in de tekst. Dit zal je helpen bij het beantwoorden van veel van de vragen. De teksten bij Nederlands zul je misschien als pittig ervaren. Om paniek te voorkomen helpt het om de tekst in drie rondes te lezen. Lees de tekst eerst oriënterend door. Dit houdt in dat je de tekst scant en let op dingen zoals plaatjes, titels en tussenkopjes en lees de eerste en laatste regels van de tekst. Bedenk voor jezelf waar de tekst waarschijnlijk over zal gaan. Lees de tekst daarna nogmaals door, maar nu grondiger. Je zult merken dat hij makkelijker te interpreteren is. Voordat je dit doet is het handig om de vragen eens even goed te bekijken. Zo weet je naar welke antwoorden je op zoek bent. Tijdens deze ronde is het slim om kernzinnen en signaal te onderstrepen. Tijdens ronde drie is het tijd om de vraag te beantwoorden. Je weet nu waarschijnlijk in welke alinea het antwoord staat. Lees die nogmaals door voor de zekerheid. Je kunt nu met alle zelfvertrouwen de vraag beantwoorden!
Bij argumentatieve vaardigheden hoort het herkennen van en reageren op argumenten, redeneringen, standpunten en drogredenen. Drogredenen zijn ongeldige argumenten. Er zijn veel verschillende soorten drogredenen, leer deze goed uit je hoofd zodat je ze snel herkent. Je gaat hierbij met betogen aan de slag. Het is belangrijk om hier veel mee te oefenen zodat je makkelijke argumentatiestructuren en betogen kunt herkennen en argumentatieschema’s op kunt stellen.
Bij leesvaardigheid horen verschillende zaken. Je zult verschillende dingen vast moeten kunnen stellen. Er wordt van jou verwacht dat je de hoofdgedachte van de tekst en van tekstdelen kunt achterhalen. De hoofdgedachte kan je normaalgesproken best snel achterhalen door te kijken naar de titel, de inleiding, het slot en/ of de kernzinnen. Het is ook belangrijk dat je schrijfdoelen kunt herkennen. Het is vaak eenvoudig om het schrijfdoel te achterhalen als je al weet wat voor tekstsoort het is. Is de tekst een recensie? Dan gaat het om een betogende tekst en is het doel hoogstwaarschijnlijk om te overtuigen of om te activeren.
8 tekst onafhankelijke vragen
Je zult natuurlijk nooit kunnen voorspellen welke vragen jij op je eindexamen krijgt. Wel zijn er acht tekstonafhankelijk vragen die vrijwel in iedere eindexamen voorkomen. Het is heel handig om met deze vragen te oefenen en de volgende vaardigheden oefent:
- Een tekst indelen;
- Functies van tekstgedeelten bepalen;
- Woorden uit de tekst citeren;
- Iets met eigen woorden zeggen;
- Hoofdgedachte van een tekstgedeelte vaststellen;
- Argumentatievragen;
- Hoofdgedachte van de hele tekst bepalen;
- Schrijfdoel of tekstsoort vaststellen.