Eindexamen maatschappijleer VWO

Bijles maatschappijleer VWO

Waaruit bestaat het eindexamen maatschappijleer?

In het nieuwe examenprogramma is het uitgangspunt de concept-contextbenadering. Daarbij is gekozen voor een kennisbasis van kernconcepten, die leerlingen moeten kunnen gebruiken in de voor het centraal examen geselecteerde contexten, maar ook in andere contexten in het schoolexamen, o.a. bij het analyseren van een sociale en politieke actualiteit. De kennisbasis is geordend naar vier hoofdconcepten (vorming, verhouding, binding en verandering), met uitwerkingen ervan in kernconcepten. Daarnaast moet je vaardigheden beheersen die je nodig hebt om onderzoeken te analyseren en te begrijpen. In deze uitleg staat alles wat je moet weten voor je examen met de nadruk op de paradigma’s, hoofd- en kernconcepten en andere onderwerpen die belangrijk zijn voor je examen.

Wat moet ik leren voor mijn eindexamen maatschappijleer?

Het examen van maatschappijwetenschappen is een examen met relatief weinig stof. Het is een examen waarbij je veel moet toepassen. Je krijgt veel vragen over teksten en artikelen waar je de stof van maatschappijwetenschappen moet toepassen. Daarom is het is belangrijk dat je eerst goed uitlegt waar naar gevraagd wordt. Vaak moet je aan de hand van een bepaald onderwerp iets in de tekst uitleggen, bijvoorbeeld: “geef aan waarom ……… aan de hand van het kernconcept ……” Het is dus belangrijk dat je eerst goed uitlegt wat het kernconcept is, zodat je daarna uitleg kan geven aan de hand van het kernconcept.

En tot slot...

Om je goed voor te bereiden op je examen maatschappijwetenschappen moet je veel oefenen. Zorg dat je niet alleen de stof leert, maar dat je veel oefent. Op het examen moet je de stof namelijk goed kunnen toepassen en veel oefening helpt hierbij. Maak oude examens, opgaven van je normale stof en eventueel extra oefeningen als je het lastig vindt. Zorg dus dat je de stof goed beheerst en goed de stof kunt toepassen op de teksten.